Wanneer je gepassioneerd bent door de geschiedenis van Wereldoorlog 1 en 2, krijg je onvermijdelijk te maken met de doden. Om één of andere reden kan ik, hoe vreemd het ook klinkt, er van genieten om over de militaire begraafplaatsen rond te lopen en de namen te lezen van de mannen en vrouwen die hun leven gaven tijdens deze wereldoorlogen, of gewoon tot rust te komen.

Eén van de mooiste begraafplaatsen die ik bezocht is Le Trou Aid Post Cemetery. Dit is een Britse begraafplaats en valt onder de verantwoordelijkheid van de Commonwealth War Graves Commision (CCGW). Ze werd ontworpen door Sir Herbert Baker, de architect van het Indian Memorial in Neuve-Chapelle en ondermeer het parlement in Delhi in India en de Union Building in Pretoria in Zuid-Afrika.

De begraafplaats ligt enkele kilometers ten zuiden van het Franse dorpje Fleurbaix in het departement Pas-de-Calais in Noord-Frankrijk, op nog geen 10 kilometer van de Belgische grens. Het heeft een bijna vierkant ontwerp, rond de begraafplaats loopt een gracht, en op de begraafplaats staan voornamelijk wilgen, die deze begraafplaats mee mooi maken.

De ingang bevindt zich aan de Rue du Petillon, waar 2 stenen palen toegang geven tot het pad naar de eigenlijke ingang van de begraafplaats. Op de linkse paal staat de vermelding 'LE TROU AID POST' en op de rechtse 'CEMETERY 1914-1915'. Hierna volgt het padje naar het toegangsgebouw met zadeldak en boogvormige toegang. Langs het padje staat nog een infobord met uitleg over de begraafplaats en de Slag bij Fromelles. In het toegangsgebouw vind je ook het register van de begraafplaats waar onder andere de gesneuvelden staan opgelijst, en een plan van de begraafplaats. Je vindt hier ook een bezoekersboek waar je iets in kan schrijven voor of na je bezoek aan de begraafplaats.


Op deze begraafplaats liggen 356 gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog, waarvan er 207 niet geïdentificeerd zijn. Zij liggen onder een graf met opschrift 'A Soldier of the Great War, known unto God' of eventueel met vermelding van zijn regiment, dat soms wel bekend was omwille van kledij die hij droeg of dingen die ze vonden op zijn lichaam, zoals een speldje van het regiment.

Onder de gesneuvelden bevinden zich enkele onderscheiden militairen:

• Arthur Willoughby George Lowry Cole, brigade-generaal bij de General Staff en commandant van de 25th Infantry Brigade, onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO) en de Order of the Bath (CB).
• Alan Knyveton Hargreaves, kapitein bij de Rifle Brigade, onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
• Richard Jellard Ford, kapitein bij het Worcestershire Regiment, onderscheiden met het Military Cross (MC).
• Reginald Percy Stoneham, onderluitenant bij de Sherwood Foresters (Notts and Derby Regiment), onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).

De militairen korporaal W. Butler van het 1st Battalion Worcestershire Regiment en de soldaten J. Lickley en Joseph B. Metcalf, beiden van het West Yorkshire Regiment (Prince of Wales's Own) waren amper 17 jaar toen ze sneuvelden. Ook zij liggen hier begraven.


De begraafplaats Le Trou Aid Post Cemetery werd al vroeg in gebruik genomen, tussen oktober 1914 en juli 1915, nog in het begin van de oorlog dus. Ze bevond zich vlak bij een regimentshulppost en een verbindingsloopgraaf naar het front. Er werden 123 gesneuvelden begraven tegen het einde van de oorlg. Na de oorlog werden er dus nog een 230-tal graven bijgezet die werden overgebracht uit de slagvelden in de buurt of uit kleinere begraafplaatsen die ontruimd werden. La Haute Loge British Cemetery in Le Maisnil is zo'n begraafplaats. De meeste slachtoffers vielen tijdens de hevige gevechten in Le Maisnil in oktober 1914, de Slag om Aubers Ridge (9-10 mei 1915), de Slag bij Loos (25 september tot 14 oktober 1915) en de Slag om Fromelles (19-20 juli 1916). Vijf gesneuvelden worden herdacht met 'Special Memorials' omdat hun graf niet meer werd teruggevonden. Op deze graven staat volgende tekst: 'Known to be buried in this cemetery'. Onder de geïdentificeerde slachtoffers zijn er 138 Britten, 7 Canadezen en 4 Australiërs. Er zijn ook twee Franse graven.


Het was ook in dit gebied dat Brigadier General Pompey Elliott van de Australian 15th Brigade zijn hoofdkwartier had tijdens de Slag om Aubers Ridge. Het graf van eerdergenoemde Arthur Willoughby George Lowry Cole is daar een bewijs van, hij sneuvelde tijdens de eerste poging om Fromelles in te nemen op 9 mei 1915.

Van La Haute Loge British Cemetery werden 80 graven overgebracht van de mannen van de 2nd Argyll and Sutherland Higlanders en de 1st Middlesex die sneuvelden op 21 oktober 1914. Zij werden op deze datum na lang stand te houden tegen een grote meerderheid, gedwongen om terug te trekken. De vijand begroef hun gesneuvelden op de begraafplaats.


Als je in de buurt bent van Fromelles, Armentières, Rijssel, Heuvelland, Komen... is een omweg voor een bezoekje aan deze begraafplaats zeker de moeite waard. Ik bezocht het in 2014 na een road trip langs de frontlijn van WO1 vanuit de omgeving van Colmar tot het Flanders Field American Cemetery in Waregem.



Bronnen: www.cwgc.org | nicksbattlefieldtrips.com | Wikipedia | Google Earth