David Worth Loring

28 april 2014


Begin dit jaar nam ik contact op met de verantwoordelijken van de Flanders Fields American Cemetery in Waregem om navraag te doen of hier reeds adoptie van graven mogelijk is. Ik kreeg melding dat men daar aan aan het werken was en stelde mij meteen kandidaat voor adoptie. Enkele weken terug kon ik mijn aanvraag ook officieel indienen, en ik vroeg of het specifiek mogelijk was om het graf van David Worth Loring te adopteren, aangezien ik zijn graf eerder al eens bezocht. Vandaag kreeg ik dan de bevestiging dat ik zijn graf mag adopteren, en meteen ging ik op zoek naar zoveel mogelijk info.





Voor de oorlog

David Loring werd geboren op 20 maart 1887 in Sumter County, South Carolina in de Verenigde Staten. Zijn ouders noemden George W. Loring en Annie Nessfield Loring. George werd geboren in Alabama, South Carolina, Annie werd geboren in North Carolina.


South Carolina, VS


Sumter County, South Carolina


David liep school aan de Chauncy Hall school in Waltham, Massachusetts. Hij was een uitstekende student en ging naar de University of South Carolina in 1905 en 1906. Hij vond een job hij de Atlantic Coast Line Railroad en verhuisde naar Wilmington, North Carolina.


North Carolina, VS


New Hanover County, North Carolina


David ontmoette zijn toekomstige vrouw Viola terwijl hij woonde en werkte in Wilmington, New Hanover County, North Carolina. Ze was 8 jaar jonger dan hem. Ze trouwden in Wilmington, in het huis van de oom van Vuila, Rev. W. M. Shaw op 26 zpril 1916. Ze kregen één zoon, maar hij was helaas niet levensvatbaar en stierf een dag na zijn geboorte op 16 januari 1917.


David W. Loring en zijn vrouw Viola (zo wordt verondersteld), april 1918, Camp Sevier

Toen David om het leven kwam, was zijn vader nog als enige over. Hij stierf in 1920. De vrouw van David hertrouwde met een andere man, Lars Thorbald Peders. Hij was kapitein op een boot. Zij kregen één kind, Thomas.

Op de begraafplaats in Sumter werd een standbeeld geplaatst om David te herdenken. Dit werd meer dan waarschijnlijk geregeld door zijn vader, vlak na het einde van de oorlog.



Legerdienst

David ging eerst in dienst bij de 2nd Infantry Regiment van de South Carolina National Guard, kort na zijn moeder overleed.

Toen de Verenigde Staten de oorlog verklaarde, nam hij opnieud dienst in Wilmington, North Carolina. Hij promoveerde al snel tot 2nd Lieutenant maar werd later afgekeurd wegens medische redenen. David was vastbesloten om zijn land te dienen en onderging een operatie.

Na de operatie ging hij opnieuw in dienst op 23 oktober 1917 als een gewone soldaat en promoveerde al snel opnieuw tot 2nd Lieutenant op 29 december 1917. Na de opleiding in Camp Sevier, South Carolina, werd 2nd Lt Loring naar Europa gestuurd in mei 1918. Hij ging in Hoboken aan boord van de American transantlantic liner SS Haverford op 11 mei.


Camp Sevier, South Carolina

SS Haverford

Verscheidene van de brieven die hij naar huis schreef werden bewaard. Op 15 juli 1918 schreef hij een merkwaardige brief aan zijn vader. Hij bewonderde het schieten en de bommen die vielen op het slagveld. Hij schreef letterlijk: "I believe this 'hunting' over here for big game is more fun than hunting deer in Santee Swam at home". David wou ook dat zijn familie bij hem was wanner ze een hevig bombardement uitvoerden op de vijand, zodat ze getuige konden zijn van wat hij zag.


115th Machine Gun Battalion

Hij vertelde zijn vader ook over de aanwezigheid van 'vliegende machines', die er zo gewoon waren als een Ford in de VS. David zag er soms zelfs vijftien tegelijk en sprak over een keer dat één van de vliegtuigen stunds uitvoerde boven hun kamp.

In een brief van 6 augustus 1918 schrijft David dat hij in een comfortabel bed met lakens sliep in het hoofdkwartier, terwijl hij op een diensttrip was. En over hoe zijn commandant begraven werd na een explosie en zijn dug-out helemaal bedolf met zand. Gelukkig kon hij er ongedeerd weer uit kruipen.

Hij schreef ook over de aanhoudende artillerie-aanvallen rond hem. Elke keer vreesde hij dat één van de posities van zijn mannen werd geraakt en ging hij kijken of iedereen in orde was. Een keer toen hij op ronde was om te controleren of iedereen in orde was, viel er een granaat net naast zijn hut. Maar het was zijn bezorgdheid om zijn mannen die hem fataal werd op 23 augustus 1918.

Twee dagen voor hij dodelijk gewond raakte, schreef hij aan zijn tante Anna dat hij zich redelijk amuseerde op het moment, en dat zijn mannen zijn dug-out opfleurden met een ledikant, tafel, stoel, Morris-stoel, lamp, vaas met verse bloemen, een stoof en een hoedenplank. Ze vonden wat kolen en hij kookte deze voor hem en de jongens, die er enorm van genoten.



Overlijden

David kwam om het leven op 24 augustus 1918 in Kemmel, België in een actie die hem de Distinguished Service Cross opleverde. Uit zijn citaat:

"De president van de Verenigde Staten van Amerika, gemachtigd door de wet van het congres, is trots de DSC postuum toe te kennen aan luitenant David Worth Loring, US Army, voor buitengewone heldenmoed tijdens de strijd, terwijl hij met het 115e Machine Gun Battalion, 30e Divisie diende nabij Ieper in België, op 23 augustus 1918. Terwijl hun positie onder vuur artillerievuur lag, zorgde hij er persoonlijk voor dat al zijn mannen veilig in de dug outs geraakten, ten koste van zichzelf, hij raakte gewond door artillerievuur en stierf op weg naar het hospitaal."

Hij werd eerst begraven op de Lijssenthoek Military Cemtery in Poperingen, en werd daarna definitief begraven op de Flanders Field American cemetery in Waregem, België.


Flanders Field American cemetery, Waregem, België




115th Machine Gun Battalion, 30th Division


115th Machine Gun Battalion


30th Division


Second Lieutenant


De 30th Division wordt de Old Hickory Division genoemd. Deze bestond uit drie infanterie bataljons, de 117e, 118e en 119e en drie machinegeweer bataljons, waaronder de 115e waar David Loring deel van uitmaakte.

The following summarizes the activities of the 30th Division during the war. It is borrowed from R. Jackson Marshall’s book, Memories of World War I: North Carolina Doughboys on the Western Front (Raleigh: Division of Archives and History, North Carolina Department of Cultural Resources, 1998) and from Elmer A. Murphy & Roberts S. Thomas, The Thirtieth Division in the World War (Lepanto, AR: Old Hickory, 1936, 342 pp).

World War I lasted between 1914 and 1918. American working people had a tradition of detesting European wars. Some had migrated to the United States to escape conscription. Typically, Thomas Jefferson and Congress in the Trade Embargo Act of 1807 stopped American trade with Europe to prevent our being drawn into the Napoleonic Wars. It was only the mercantile interests that wanted intervention.

The 30th Division that David Loring would soon join had just returned from the U.S.-Mexican border when the division was called into federal service on 25 July 1917. It was ordered to Camp Sevier, near Greenville, South Carolina, to prepare for war. In October a contingent of draftees arrived to increase the division to full wartime strength of about 27.000 men.

In May 1918 the division traveled to New York and soon left for Europe. After a two-week voyage, the division landed in England, and then departed for France. The 30th Division was assigned to the American 2nd Corps, and attached to the British Army. In June 1918 the division underwent extensive combat training under British supervision, and exchanged American for British equipment and firearms.

On 2 July 1918, the 30th Division was sent to the British 2nd Army in Belgium. On 16 August, "Old Hickory" replaced British troops on the front in the trenches near Ypres. While there the division attacked and captured German positions with a loss of 37 dead and 128 wounded. Among those killed was David Loring. About a week after David died, the division on 3 September withdrew from the front and transferred to the British 4th Army. By 25 September, the 30th Division held its position opposite the German Hindenberg Line near Bellicourt, France. This was called the Cambrai-St. Quentin front. At 5h50 on 29 September the 119th and 120th infantry regiments, which were part of the 30th Division, went "over the top" supported by British tanks against the enemy lines.

Despite high casualties, the 30th Division broke through the Hindenburg Line. By that afternoon, Australian troops passed through the 30th Division and carried on the attack. The attack made by the 30th Division was a tremendous success. The division was credited as the first to break the Hindenburg Line. In addition to a large cache of enemy arms and equipment captured, about 47 German officers and 1.432 soldiers were taken prisoner. For these spoils and the 3.000-yard advance made against enemy lines, the division suffered about 3.000 casualties. This was the greatest loss for North Carolina-South Carolina since the Civil War.

The next day the division was pulled out of the battle, but "Old Hickory" returned to the front on 5 October. The 30th Division engaged in severe fighting off and on until 19 October, when it received orders to withdraw from combat for the last time. From July through October, the division suffered 1.641 killed, 6.774 wounded, 198 missing, and 27 taken prisoner, for a total of 8.415 losses.

For the remainder of October and until the cease-fire ended the fighting on 11 November 1918, the 30th Division was being reorganized. After the war it remained in France and was not part of the Army of Occupation. In April 1919 the 30th Division soldiers were sent home and discharged.



Contact

Terwijl ik het leven van David W. Loring onderzocht in april 2014, vond ik al meteen heel wat informatie op internet. Een bron leed me naar het e-mail adres van Elizabeth G. Ik stuurde haar een e-mail en was verheugd om te horen dat ze familie is van David W. Loring.

David Loring was een neef van de grootvader van Elizabeth. Haar vader werd geboren in 1908 en was een groot bewonderaar van David dus we kunnen ons inbeelden wat een schok het moet geweest zijn toen hij omkwam tijdens deze verschrikkelijke oorlog.



Persoonlijke informatie

Second Lieutenant, U.S. Army
Service # ?
115th Machine Gun Battalion, 30th Division, C Company
In dienst getreden in Wilmington, North Carolina

Geboren: March 20, 1887
Opgegroeid in: Sumter, Sumter County, South Carolina

Overleden: August 24, 1918 in Kemmel, Belgium
Status: died of wounds (DOW)

Begraven: Plot B, row 3, grave 4, Flanders FIeld American Cemetery, Waregem, Belgium
Erkenningen: Distinguished Service Cross


Distinguished Service Cross


Familie
Echtgenote: Viola Fennell (Shaw) Loring (1893-1976)
Zoon: David F. Loring (1917 - overleed een dag na zijn geboorte)
Vader: George Washington Loring (1852-1920)
Moeder: Annie Nessfield Green Loring (1858-1907)
Broer: /
Zussen: Carrie C. Loring (1882-1890), Mary L. Loring (1885-1886), Dorothy N. Loring (1894-1894)



Meer foto's

David Loring


Graf



Flanders Field American Cemetery


Memorials




Bronnen

www.abmc.gov
www.findagrave.com
www.nhclibrary.org
Richland Library
www.angelfire.com/david-macon/david/d-21.html
waymarking.com
Genforum
Elizabeth Girardeau
'De soldaten van de Amerikaanse begraafplaats Flander Field' door P. Lernout en C. Sims
www.nl.geneanet.org
www.ancestry.com



Indien u mij aan meer info kan helpen in verband met deze soldaat, zijn familie, zijn regiment/divisie, etc.... mag u mij altijd contacteren (nicklieten at hotmail.com). Dank je wel!